Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Efraim weidt zich met [6]wind, en jaagt den [7]oostenwind na; den gansen dag vermenigvuldigt hij [8]leugen en [9]verwoesting; en zij maken verbond met [10]Assur, en de [11]olie wordt naar Egypte gevoerd. 6. Dat is, verlaat zich op ijdelheid, te weten afgoderij en heidense verbonden, waarmede zij zullen varen gelijk iemand, die van den wind meent te leven. Vergelijk Jer.22:22; Micha 2:11, en boven hfdst.8 vs.7; idem Jes.44:20, met de aantekening. 7. Dat is, hetgeen hem hard en schadelijk zal zijn, gelijk de oostenwind in die landen was. Zie Ex.10:13; Job 27:21, en onder hfdst.13 vs.15. 8. Valse religie, huichelarij, liegen en bedriegen, tegen God en den naaste. 9. Dat is, hetgeen zijne verwoesting zal veroorzaken; of hij pleegt dagelijks verwoesting en verderf van zijnen naaste; of hij heeft zulks gedaan zolang zijn koninkrijk geduurd heeft. 10. Dat is, de Assyriers, den koning van Assyrie. Zie boven hfdst.5 vs.13, en hfdst.7 vs.11, en onder hfdst.14 vs.4. 11. Dat is, die kostelijke balsem, die men in die landen bereidde, wordt tot den koning van Egypte gevoerd, tot een geschenk om zijne gunst te verkrijgen. Vergelijk 2 Kon.17:4; Jes.57:9, en zie van zulke olie Ps.133:2, enz.